Harry komt strontzat thuis. Hij laat zich voor dood neervallen in zijn bed naast zijn vrouw.
Als hij wakker wordt, bevindt hij zich plotseling aan de poort van de hemel. Petrus zegt:
“Harry, je bent gestorven in je slaap.”
Harry, volledig verbijsterd, reageert:
“Dood? Ik kan niet dood zijn! Ik hou té veel van het leven! Ik wil terug naar huis!”
Petrus vervolgt:
“Je kunt alleen terugkeren als een kip.”
Harry knikt instemmend:
“Prima, zolang het maar op een boerderij vlak bij mijn huis is!”
En zo geschiedde. Harry draait om en vindt zichzelf, bedekt met pluimen en krabbend in de aarde—als kip.
Een oudere haan komt dichterbij en zegt:
“Ah, ben jij die nieuwe kip? Hoe bevalt je eerste dag tot nu toe?”
Harry zucht:
“Niet slecht, maar ik voel iets raars in mijn buik… het lijkt alsof ik elk moment ontplof.”
De haan legt uit:
“Je ovuleert. Zeg nu niet dat je nog nooit een ei hebt gelegd—ontspan en laat het gebeuren, dat is heel normaal.”
Harry luistert braaf en—na wat ongemakkelijke momenten—legt hij zijn eerste ei. Emotioneel uitgeput legt hij daarna met volle overgave nog een tweede ei.
En als hij zich voorbereidt op een derde—voelt hij opeens een harde klap op zijn hoofd en hoort hij zijn vrouw zeggen:
“Harry! Word wakker — je ligt in bed te poepen!!!”
Check ook: