Bill schuift op een vrijdagmiddag aan op zijn vaste barkruk in zijn favoriete bruine kroeg. Met een brede grijns roept hij tegen iedereen die het horen wil:
“Jongens, mijn vrouw Suzie moet mij echt meer liefhebben dan welke vrouw dan ook ooit van een man heeft gehouden!”
De barkeeper kijkt op van het tappen en vraagt droog:
“O ja? Hoe kom je dáár nou weer bij?”
Bill neemt een slok, zet zijn glas neer en straalt van trots.
“Nou, vorige week had ik me ziek gemeld op werk. Paar dagen thuis, beetje uitzieken, weet je wel.”
Hij buigt iets naar voren en vervolgt:
“Nou, Suzie was zó blij dat ik thuis was. Echt ongekend. Elke keer als er iemand langs het huis kwam — de postbode, een pakketbezorger, zelfs de man van de energierekening — sprong ze meteen overeind.”
De barkeeper fronst zijn wenkbrauwen.
“En?”
Bill lacht breed.
“Dan rende ze de oprit af, zwaaiend met haar armen, en riep ze keihard:
‘MIJN MAN IS THUIS! MIJN MAN IS THUIS!’”
Check ook: