Timo gaat een weekendje logeren bij zijn grootouders, opa Kees en oma Annie. Tijdens het avondeten zegt Timo ineens:
“Oma, ik moet piesen!”
Oma kijkt verschrikt op, legt haar vork neer en zegt:
“Lieve jongen, dat woord gebruiken we hier niet in huis. Als je moet… eh… ‘fluiten’, dan zeg je gewoon dat je wilt fluiten. Begrijp je?”
Timo knikt braaf, al snapt hij het maar half.
Later die nacht, als iedereen ligt te slapen, wordt Timo wakker en voelt dat hij nodig naar de wc moet. Hij schuifelt stilletjes naar de slaapkamer van opa en oma, klopt zachtjes aan en fluistert:
“Opa… opa… ik moet fluiten.”
Opa Kees, half slapend en zonder context, bromt:
“Jongen toch… het is drie uur ’s nachts. Je kunt toch niet midden in de nacht gaan fluiten? Daar wordt iedereen wakker van.”
Timo zegt dringend:
“Maar opa, het moet echt heel nodig…”
Waarop opa, met zijn ogen nog dicht, mompelt:
“Nou vooruit dan… maar fluit dan héél zachtjes in mijn oor.”
Check ook: