Een klant stuurt zijn garagist een berichtje over een probleem: na een bandenwissel doet de snelheidsmeter van zijn Toyota Aygo ineens raar. Niets bijzonders, zou je denken. Maar wat begint als een normaal gesprek, verandert al snel in een opmerkelijk tekstverkeer. Het lijkt bijna een obsessie.
De monteur zegt steeds ‘oké’
De monteur reageert zoals je mag verwachten: vriendelijk, behulpzaam en professioneel. Maar er valt al snel iets op in zijn manier van antwoorden — het woordje ‘oké’ vliegt om je oren. Bijna elk bericht wordt ermee afgesloten. Soms zelfs zonder verdere uitleg, gewoon: oké. Deze obsessie voor het woordje is opvallend.
De monteur verzekert de klant dat de auto geen gevaar vormt en dat hij gewoon kan blijven rijden. Hij stelt voor om later langs te komen om het probleem te bekijken. Ondanks de praktische info blijft één ding consistent: de eindeloze stroom ‘oké’s. Of het nu geruststelling is of een gewoonte, het woordje blijft opduiken. Deze obsessie gaat zeker opvallen.
Hoe vaak kun je ‘oké’ in één gesprek stoppen?
Het gesprek leest bijna als een grappige uitdaging: hoe vaak kun je een bericht afsluiten met ‘oké’ voordat iemand het opmerkt? Voor deze monteur lijkt er geen limiet te zijn. Zelfs als de klant aangeeft te moeten overleggen over het brengen van de auto, is het antwoord voorspelbaar. Juist — ‘oké’. Zijn obsessie met ‘oké’ is ongekend.
Of de snelheidsmeter uiteindelijk weer netjes werkt, blijft onduidelijk. Maar wat zeker is: deze klant weet voortaan dat je met deze monteur altijd een gesprek eindigt met een heleboel ‘oké’s. En eerlijk is eerlijk — dat is stiekem ook best geruststellend.
Obsessie voor het woordje ‘oké’:








Check ook: