Een groep Nederlandse militairen is op NAVO-oefening in de jungle van India. Voor vertrek geeft de sergeant-majoor nog snel een paar belangrijke waarschuwingen.
“Luister goed, mannen. Er zijn hier drie dingen waar je écht voor moet oppassen.”
“Ten eerste: de lokale dames. Ze zijn prachtig en verleidelijk, maar geloof me… je wordt er niet beter van. Blijf uit de buurt.”
“Ten tweede: het water. Ziet er fris uit, maar zit vol rare beesten. Eén slok en je darmen beginnen samba te dansen.”
“En als laatste: er is een slang in deze regio met zwarte en gele strepen. Supergiftig. Zie je ‘m? Pak ’m bij z’n staart, schuif je hand richting de kop en geef ‘m een klap. Dan ben je veilig.”
“Succes daarbinnen!”
Twee weken later liggen drie soldaten in het veldhospitaal. De sergeant komt op bezoek.
“En, wat is er met jou gebeurd?” vraagt hij aan de eerste.
“Ik werd verleid door een lokale schone… en nu heb ik er flink spijt van.”
“Wat zei ik je nog, knul?”
Hij loopt door naar de tweede.
“En jij dan?”
“Ik had dorst, sergeant… nam een slok uit een riviertje. Nu is er iets aan het knagen aan mijn binnenwerk.”
Tot slot komt hij bij de derde, volledig in het verband gewikkeld.
“Wat is hier nou weer gebeurd?”
De soldaat kreunt: “Zwart met gele strepen, sergeant… ik dacht dat ik die slang had. Pakte ‘m bij de staart, hand naar voren… en toen had ik ineens twee vingers in de kont van de grootste Bengaalse tijger die je ooit hebt gezien!”
Check ook: