Een man staat terecht omdat hij heeft ingebroken bij een juwelier in Amsterdam.
Zijn advocaat probeert het nog creatief aan te pakken en zegt tegen de rechter:
“Edelachtbare, mijn cliënt heeft helemaal niet zelf ingebroken.
Hij heeft alleen zijn arm door het raam gestoken en een paar kleine dingen gepakt.
Zijn arm is niet hémzelf — dus u kunt onmogelijk de hele man straffen voor iets wat alleen zijn arm heeft gedaan.”
De rechter knikt bedachtzaam en zegt:
“Goed geredeneerd. Volgens die logica veroordeel ik de arm van de verdachte tot één jaar gevangenisstraf.
De rest van zijn lichaam mag zelf kiezen of het meegaat of niet.”
De verdachte glimlacht, draait zich naar zijn advocaat,
maakt rustig zijn kunstarm los, legt hem op de tafel van de rechter…
en loopt fluitend de rechtszaal uit.
Check ook: