In de trein zit een klein ventje, Kevin. Tegenover hem zit een beer van een kerel, Patrick.
“Mag ik iets vragen?” zegt Kevin. “Weet u wanneer deze trein in Hillegom stopt?”
Patrick schudt zijn hoofd. “Helemaal niet. Dit is de sneltrein naar Haarlem, die dendert gewoon langs Hillegom heen.”
Kevin zucht. “Geweldig… Ik heb daar een belangrijke afspraak, en nu mis ik ’m.”
“Hoeft niet,” zegt Patrick. “Als we langs Hillegom rijden, hou ik jou gewoon bij je kraag uit het raam boven het perron. Jij zet even flink de pas erin, en zodra je op snelheid bent, laat ik je los.”
“Zou u dat echt doen?” vraagt Kevin hoopvol.
“Tuurlijk,” knikt Patrick.
Zo gezegd, zo gedaan. Even later hangt Kevin buiten het raam, precies boven het perron van Hillegom. Hij rent een paar passen mee en hop, hij staat keurig op het perron.
In Haarlem stapt Patrick uit… en wie ziet hij daar over het perron lopen? Precies, Kevin.
“Hé! Jij? Ik had je toch in Hillegom losgelaten? Wat doe je hier?”
Kevin haalt zijn schouders op. “Ja, ik was in Hillegom nog even lekker aan het uitlopen. Komt er in de laatste wagon een vent naar buiten gerend die dacht dat ik de trein moest halen… trekt ‘ie me er weer in!”
Check ook: