Jan reed ’s nachts over een verlaten provinciale weg ergens op het platteland, toen zijn auto ermee ophield. Geen bereik, geen huizen, niks.
Na een tijdje besloot hij te gaan liften.
Even later stopte er een auto. Jan stapte opgelucht in. De auto reed langzaam en constant door.
Na een paar seconden kreeg Jan het ijskoud.
De bestuurdersstoel was leeg. Er zat helemaal niemand achter het stuur.
Niet de snelheid maakte hem bang, maar het feit dat de auto zichzelf leek te besturen. Bij de eerste de beste bocht gooide Jan de deur open, sprong eruit en rende voor zijn leven.
Een paar kilometer verderop kwam hij hijgend aan bij een tankstation. Binnen kocht hij een frisdrank om bij te komen.
Even later kwamen er twee mannen binnen. Eén van hen wees naar Jan en zei tegen de ander:
“Kijk Henk… dat is die idioot die ineens in onze auto sprong terwijl wij ’m aan het duwen waren.”
Check ook: