In de kleuterklas helpt juf Emma kleine Bram met zijn winterlaarsjes.
Ze duwt, trekt, wiebelt en zucht. Na flink wat worstelen zitten ze eindelijk aan zijn voeten.
Bram kijkt naar beneden en zegt droogjes: “Juf… ze zitten verkeerd om.”
Emma perst een glimlach op haar gezicht, houdt haar frustratie binnenboord en begint opnieuw.
Na nog eens drie minuten trekken en duwen zitten ze goed.
“Zo,” zegt de juf opgelucht.
Bram kijkt haar rustig aan en zegt: “Maar dat zijn niet mijn laarsjes.”
Juf Emma knijpt haar ogen dicht. “Waarom zeg je dat nu pas?”
Bram antwoordt: “Ze zijn van m’n broer. Maar mama zei dat ik ze toch moest dragen, anders krijg ik koude tenen.”
Emma ademt diep in, zet haar schouders eronder en trekt voor de derde keer de laarsjes aan.
Als het eindelijk gelukt is, zegt ze zuchtend: “En waar zijn je handschoenen?”
Bram glimlacht trots: “Die heb ik al aangedaan. Ze zitten in m’n laarsjes.”
Check ook: