Een televisieteam komt naar het platteland om een interview te doen met een schaapherder over zijn dagelijkse leven.
“Onze kijkers zijn benieuwd hoe een normale dag er hier uitziet. Kunt u helemaal bij het begin beginnen?” vraagt de verslaggever.
“Nou, dat kan hoor,” zegt de herder. “Ik word wakker, maar eigenlijk heb ik er geen zin in, dus neem ik eerst een slokje jenever om op gang te komen. Daarna moet ik naar buiten om de schapen los te laten. Ik ben nog wat suf, dus neem ik er nog twee om naar buiten te kunnen, en nog eentje om überhaupt het hek open te krijgen. Op het land kom ik dan meestal mijn maat tegen en samen drinken we twee hele flessen jenever en dan…”
“Ehm, sorry,” onderbreekt de verslaggever hem. “Dat kunnen we zo echt niet uitzenden. Er kijken ook kinderen mee en we willen geen slecht voorbeeld geven. Zullen we afspreken dat u in plaats van drinken gewoon zegt dat u een boek leest?”
“Ja, dat klinkt wel redelijk,” zegt de herder. “Dan begin ik opnieuw.
Nou, ik word ’s ochtends wakker en lees eerst een paar bladzijden uit mijn boek. Daarna ga ik naar buiten en lees ik er nog twee, plus eentje terwijl ik het hek voor de schapen open doe. Op het land kom ik mijn maat tegen en samen lezen we twee hele boeken. Daarna gaan we weer naar huis, lezend en bladerend, en sluiten we de schapen op in de stal. En tot slot gaan we ’s avonds naar het dorp, want mijn vriend heeft daar een bibliotheek… en daar lezen we door tot de volgende ochtend.”
Check ook: