Youssef besluit met zijn VW-busje en zijn gezin – zijn vrouw Amina en hun negen energieke kinderen – voor het eerst een dagje naar het Noordzeestrand te gaan.
Bij aankomst in Bredene ziet hij een groot verkeersbord: “DUINWEG”.
“Verdomme,” moppert Youssef, “zijn de duinen ook al weg?!”
Een paar minuten later volgt er nog een bord: “STRANDWEG”.
Youssef zucht diep: “Nou is het strand ook al weg…”
Even verderop: “ZEEWEG”.
Youssef gooit bijna het stuur om: “Alles is hier weg! Waar zijn we in hemelsnaam beland?!”
Amina probeert hem gerust te stellen: “Misschien moeten we gewoon iets gaan eten.”
En net op dat moment zien ze het volgende bord: “WEGRESTAURANT”.
Youssef, met zijn hoofd in zijn handen: “Zelfs het eten is weg!!”
Als de zon ondergaat en de kinderen beginnen te zeuren, worden ze ineens staande gehouden door een politieagent.
“Goedenavond meneer,” zegt de agent, “uw rechtervoorlicht doet het niet.”
Youssef kreunt: “Lamp weg, licht weg… straks ik ook weg!”
De agent glimlacht: “Geen probleem hoor. Drie kilometer verder zit een tankstation. Daar kunt u een nieuwe lamp halen.”
Opgelucht rijdt Youssef verder.
En jawel hoor, bij het tankstation ziet hij het volgende bord:
“HALOGEENLAMPEN”.
Youssef staart ernaar en mompelt:
“Zelfs die heten hier HALLO, maar zijn wéér weg…”