Louis had net een fonkelnieuwe Harley gekocht. Voor hij de showroom uitrijdt, geeft de verkoper hem een grote pot vaseline mee. “Smeer bij regen altijd meteen je leren zadel in, anders wordt het ellende,” zegt hij.
Een paar weken later rijdt Louis over een modderige landbouwweg wanneer hij lek rijdt. Geen gsm, geen hulp. Dus duwt hij zijn Harley kilometerslang tot hij een afgelegen boerderij ziet.
Hij belt aan. Een norse boer doet open.
“Ik zit net aan tafel,” zegt de boer. “Maar kom binnen, je zult wel honger hebben.”
Wel is er één regel, waarschuwt hij: aan tafel wordt niet gepraat. Wie toch iets zegt, moet de afwas doen. Louis werpt een blik op de torenhoge stapel afwas in de keuken. Hij knikt stilletjes.
Aan tafel zitten de boerin… en hun bloedmooie dochter. Niemand zegt een woord. Louis ziet z’n kans schoon.
Hij staat op, neemt de dochter bij de hand, legt haar voorzichtig op tafel en… inspecteert uitvoerig haar schokdempers. Geen reactie.
Even later kijkt de boerin hem verleidelijk aan. Ook zij krijgt een onderhoudsbeurt waar een Harley jaloers op zou zijn. Weer: niemand zegt iets.
Plots begint het buiten keihard te regenen. Louis herinnert zich het advies van de verkoper, haalt de pot vaseline boven en staat op.
De boer springt overeind en roept in paniek:
“STOP! Die afwas is voor mij!!”