Een pasgetrouwd stel heeft voor het eerst knallende ruzie. Zo erg zelfs, dat ze al twee dagen geen woord meer met elkaar wisselen. Echt niet één woord. Pure koppigheid.
Zij heeft inmiddels de controle over de wekker genomen, wat voor hem problematisch is — want hij moet de volgende ochtend vroeg op voor een belangrijke afspraak. Maar ja, praten zit er niet in.
Dus hij schrijft, met veel tegenzin, een briefje:
“Wil je me morgen om 7 uur wakker maken?”
En legt het stilletjes op haar nachtkastje.
De volgende ochtend wordt hij pas om 9 uur wakker. Te laat. Veel te laat.
Woedend wil hij haar wakker maken en zeggen dat ze hem niet gewekt heeft, maar dan ziet hij een briefje op zijn eigen nachtkastje liggen. In haar handschrift staat er:
“Wakker worden, het is 7 uur.”

