Er zijn veel dingen die vreugde brengen: van een geliefde tot een vakantie, van een nieuwe broek tot een familiebijeenkomst. Wat echter bijzonder is, en wat uit onderzoeken naar geluk blijkt, is dat mensen op het platteland vaak gelukkiger zijn dan stadsbewoners. En in Hellendoorn lijkt men vermoedelijk het meeste geluk te ervaren. Of beter gezegd zoals hoogleraar Martijn Burger, geluksonderzoeker in Rotterdam het in gesprek met NRC aangaf: “Gemiddeld genomen kun je wel zeggen: in landelijke streken kom je méér gelukkige mensen tegen dan in sterk verstedelijkte gebieden.”
Naoberschap in Hellendoorn
Hoe dat zo komt? Het klinkt misschien als een gezegde, maar het concept van ‘naoberschap’ komt steeds terug. In dorpen, zoals Hellendoorn, in de provincie Overijssel, zijn er uitgebreide netwerken van sociale relaties waarin mensen elkaar wederzijds ondersteunen. Een inwoner van Hellendoorn verwoordt het zo: “Je brengt zomaar een bezoek aan elkaar, je komt elkaar tegen in het dorp, bij de sportvereniging, de muziekclub, of tijdens evenementen.” En als ik je vraag om hulp, dan ben je altijd bereid om die te geven.
Kritiek op anderen
Tialda Haartsen, hoogleraar plattelandsgeografie in Groningen, beschrijft dorpsgemeenschappen als plekken waar je zowel fysiek als mentaal de ruimte hebt om je eigen leven te leiden zonder voortdurende bemoeienis van anderen. In dorpen hebben mensen niet constant contact met elkaar, maar kennen ze elkaar wel goed, wat leidt tot wederzijdse steun en vriendelijkheid. In tegenstelling tot steden, waar mensen vaak kritiek hebben op wat anderen doen, is het in dorpen gebruikelijker om even binnen te lopen en samen een kop koffie te drinken. Daarnaast benadrukt ze het gevoel van trots dat bewoners hebben voor hun woonomgeving, of het nu een dorp of een bijzondere stadswijk is, zoals de oude Jordaan in Amsterdam of de Oosterpoort in Groningen.