Een stokoude miljonair wordt geïnterviewd en gevraagd hoe hij zo rijk is geworden.
Hij zegt:
“Toen ik jong was, midden in de crisistijd, had ik echt helemaal niks.
Alleen vijf cent.”
“Van die vijf cent kocht ik een appel.
Die heb ik de hele dag staan poetsen en oppoetsen.
Aan het eind van de dag verkocht ik die appel voor tien cent.”
“Met die tien cent kocht ik twee appels.
Die heb ik weer de hele dag staan schrobben en glimmen.
’s Avonds verkocht ik ze voor twintig cent.”
“Dat deed ik elke dag. Een week lang.
Keihard werken, slim ondernemen, altijd vooruitdenken.”
De interviewer knikt bewonderend.
“En… is dat hoe u miljonair bent geworden?”
De man antwoordt:
“Nee hoor.
Toen overleed mijn oom en liet hij me twintig miljoen euro na.”
Check ook:

