Een man rijdt met zijn auto een tankstation langs de snelweg op, ergens tussen Utrecht en Amersfoort. Terwijl de pompbediende de tank volgooit, kijkt hij toevallig even naar de achterbank. Daar zitten twee pinguïns, keurig rechtop, alsof ze onderweg zijn naar een familie-uitje.
De pompbediende knippert met zijn ogen en vraagt:
“Eh… meneer, waarom zitten er twee pinguïns bij u achterin?”
De man haalt zijn schouders op. “Geen idee eigenlijk. Ik kwam ze onderweg tegen. Ze stonden er ineens. Ik dacht: laat ik ze maar meenemen. Maar nu weet ik dus niet wat ik ermee moet.”
De pompbediende denkt even na en zegt dan:
“Nou, breng ze naar de dierentuin. Artis, Blijdorp… zoiets.”
“Goede tip,” zegt de man enthousiast, start de auto en rijdt weg.
De volgende dag komt dezelfde auto weer het tankstation op rijden. De pompbediende kijkt opnieuw naar de achterbank… en ja hoor: dezelfde twee pinguïns zitten er nog steeds.
“Hé!” zegt hij verbaasd. “Die pinguïns zijn er nog! Ik dacht dat u ze naar de dierentuin zou brengen?”
“Dat heb ik ook gedaan,” zegt de man vrolijk. “Was hartstikke leuk. Ze hebben genoten.”
“Maar waarom zitten ze dan nu wéér bij u in de auto?”
De man glimlacht:
“Vandaag ga ik met ze naar het strand. Scheveningen leek me wel gezellig.”
Check ook:

