Een jongen liep op een zonnige middag over straat met een aapje op zijn schouder. Het aapje zat vrolijk te kauwen op een banaan en trok af en toe gekke bekken naar voorbijgangers. Mensen lachten en wezen: het was tenslotte niet elke dag dat je zomaar een kind met een aapje tegenkwam.
Na een paar minuten kwam de jongen een politieagent tegen. De agent bleef abrupt staan, keek streng naar de jongen en zei:
“Jonge vriend, dat kan toch niet! Je kunt niet zomaar met een aapje door de stad lopen. Breng dat beest alsjeblieft naar de dierentuin.”
De jongen knikte gehoorzaam en liep verder.
De volgende dag, rond hetzelfde tijdstip, liep de jongen weer vrolijk door dezelfde straat. En jawel hoor, het aapje zat opnieuw op zijn schouder, dit keer met een zak popcorn in zijn handjes. Toevallig kwam dezelfde agent langs. Hij kon zijn ogen niet geloven en riep:
“Hé! Ik dacht dat ik je gisteren heel duidelijk had gezegd dat je dat aapje naar de dierentuin moest brengen!”
De jongen keek de agent glimlachend aan en antwoordde rustig:
“Dat heb ik ook gedaan hoor, meneer agent! Maar hij vond het zó leuk, dat ik hem vandaag mee naar de bioscoop neem.”
Check ook:

