Een accountant en een advocaat zitten naast elkaar in een intercitytrein richting Amsterdam.
Na een tijdje begint de advocaat zich te vervelen en stelt hij een spelletje voor.
“Zullen we een kennisspel doen?” zegt hij.
“We stellen elkaar om de beurt een vraag. Goed antwoord: je krijgt vijf euro. Fout antwoord: je betaalt vijf euro.”
De accountant heeft er geen zin in, zet haar koptelefoon op en sluit haar ogen.
“Wacht,” zegt de advocaat snel.
“Nieuwe deal. Als ik jou een vraag stel en je weet het niet, betaal jij mij vijf euro. Maar als jij mij een vraag stelt en ik weet het niet, betaal ik jou honderd euro.”
Nu is haar interesse gewekt. Ze knikt.
De advocaat begint:
“Wat is de afstand tussen de aarde en de maan?”
De accountant denkt even na, haalt haar schouders op en geeft hem vijf euro.
Dan is zij aan de beurt.
“Wat gaat een heuvel op met drie benen en komt eraf met vier?”
De advocaat denkt. Zweet.
Hij appt collega’s. Googelt met trage trein-wifi.
Niemand weet het.
Zuchtend pakt hij zijn portemonnee en geeft haar honderd euro.
De accountant glimlacht, stopt het geld weg en doet haar ogen weer dicht.
De advocaat tikt haar aan.
“Hé, wacht eens. Wat is dat nou, dat met drie benen omhoog gaat en met vier naar beneden komt?”
Zonder haar ogen te openen steekt ze haar hand uit.
“Vijf euro, alsjeblieft.”
Check ook:

