Je bent tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld, je ‘sterft’ maar wordt weer tot leven gewekt, en dan beweer je dat je je straf technisch gezien hebt uitgezeten omdat je, nou ja, je ‘hele leven’ hebt gegeven. Klinkt als het script voor een absurde film, toch? Dit overkwam Benjamin Schreiber, die na een tijdelijke ontmoeting met de dood, een wel heel bijzondere interpretatie van zijn levenslange straf had.
Doodgaan om Vrij te Komen
In 1996 werd Benjamin Schreiber veroordeeld tot levenslang zonder kans op vervroegde vrijlating. Fast-forward naar 2015, Schreiber ontwikkelt nierstenen en belandt na sepsis en meerdere reanimaties terug in de cel, met een nogal ongewone claim. Hij beweerde dat zijn levenslange straf technisch gezien voltooid was omdat hij was ‘gestorven’ en weer tot leven gebracht.
Het Hof Denkt Er Anders Over
Schreiber’s argument klinkt misschien logisch in een wereld waar technische mazen en bizarre wendingen de norm zijn, maar de rechtbank dacht er anders over. Hun reactie? Kort gezegd, “leuk geprobeerd, maar nee.” Ze beschreven zijn redenering als “onovertuigend en zonder verdienste”. Schreiber’s poging om vrij te komen op basis van een technische dood liep dus op niets uit.
Levenslange gevangenisstraf Volbracht
Schreiber’s casus laat zien dat, hoewel je misschien een tweede kans op leven krijgt, dat niet noodzakelijk betekent dat je ook een tweede kans buiten de gevangenismuren krijgt. Terwijl Schreiber uiteindelijk zijn dagen achter de tralies sleet tot hij natuurlijk overleed, herinnert zijn bizarre rechtszaak ons eraan dat soms, in het leven zoals in de rechtbank, de werkelijkheid vreemder is dan fictie. Dus de volgende keer dat je denkt aan ‘levenslang’, onthoud dan dat het leven soms onverwachte omwegen neemt – maar vergeet niet dat de wet altijd de laatste zin heeft.